Het onderwijs: hoe sterk de visies op de meest ideale vorm van onderwijs soms uiteenlopen, zijn we het allen eens over één iets: onderwijs speelt een ontzettend belangrijke rol in de samenleving. Het is de plaats en omgeving waar kinderen niet alleen over de wereld leren, maar ook over zichzelf, en waar ze leren omgaan met andere mensen - wat niet altijd even makkelijk gaat.
Maar de laatste jaren komt het onderwijs (in Vlaanderen) vooral negatief in de media. Met de regelmaat van de klok publiceert men alarmistische berichten over de teloorgang van de kwaliteit van het onderwijs. Vroeger waren 'we' wereldtop, en tegenwoordig gaat alles achteruit: rekenen, leesvaardigheden, wetenschappelijke kennis... Steevast baseert men zich op de dalende trend van de resultaten van het Belgisch (Vlaams én Waals) onderwijs op het PISA-onderzoek (Programme for International Student Assessment).
Dat onderwijskwaliteit wellicht veel méér omvat dan enkel harde, meetbare prestaties voor wiskunde, wetenschap en lezen, is een gedachte waar men doorgaans weinig aandacht aan schenkt. Te weinig aandacht zelfs. Onderwijs draait toch ook om sociale vaardigheden, creatief en kritisch denken, culturele vorming, leerlingenwelzijn, motivatie? Deze zaken worden niet gemeten in het PISA-onderzoek (als ze al überhaupt met kwantitatief onderzoek meetbaar zijn). Dat verklaart volgens mij waarom landen als Hong Kong, Singapore en Taiwan steevast uitblinken in de top drie van de PISA-resultaten, zonder dat we daarom per se jaloers hoeven te zijn op hun onderwijssysteem, waar kennisoverdracht overmatig centraal staat ten koste van studentenwelzijn en creativiteit.
Gezien het grote belang ervan, hoeft het dan ook niet te verbazen dat politici aller strekkingen graag het onderwijsthema aanhalen. Ook Open Vld deed dit onlangs, in hun op 19 april gepubliceerde 'twaalfpuntenplan'. Hierin doen ze hun visie uiteen op wat er zoal in het onderwijs. Ook Wouter Duyck is enthousiast over het plan, wat mij hoegenaamd totaal niet verbaast. Deze (neo)liberale visie op onderwijs sluit naadloos aan bij wat de UGent-psycholoog al langer verdedigt: kennisoverdracht moet weer centraal staan, meer inzetten op de sterkste leerlingen, verplichte centrale examens. In dit artikel maak ik duidelijk waarom dit mijns inziens een vergissing is. Dit artikel focust in eerste instantie op dit twaalfpuntenplan, maar daarnaast ook op een breder probleem. Wat dat probleem is, wordt duidelijker verder in dit artikel.
Het twaalfpuntenplan
Op de website van Open Vld staat het plan duidelijk uitgelegd. Ik overloop het punt per punt en zet waar nodig kritische kanttekeningen. Ik geef enkel de eerste zinnen weer, maar baseer me in m'n weerwoord op de rest. Wie het plan zelf wil lezen opent de link bovenaan.
1. Laat leerkrachten opnieuw doen waar ze echt goed in zijn: lesgeven. Dat is hun kerntaak.
Dit is het eerste punt en misschien ook wel het beste. Het is inderdaad een goede zaak dat leerkrachten niet nog tijd verliezen aan 'paperassen en administratie'.
2. Hervorming lerarenopleiding: zij-instroom stimuleren en arbeidsstatuut flexibiliseren
Tegen de 'zij-instroom', de mogelijkheid voor professionals om hun deskundigheid ook (eventueel destijds) als leerkracht in te zetten, heb ik niet per se iets in te brengen. Ik stoor mij veel meer aan het item 'arbeidsstatuut flexibiliseren'. Open Vld schrijft: 'Daarom zorgen we voor een flexibeler arbeidsstatuut dat het ook mogelijk maakt om goeie leerkrachten beter te belonen en anderen die niet goed zijn in hun job makkelijker dan vandaag te ontslaan. Na- of bijscholing voor leerkrachten is vandaag bijna onbestaand. Dat kan beter.'
Deze stelling maakt volgens mij deel uit van de bredere, vandaag dominante assessmentcultuur (ook buiten onderwijs): alles moet beter, nooit is het goed genoeg, iedereen wordt continu geëvalueerd (functioneringsgesprekken, onderwijsinspectie) en levenslang leren (punt 8 in het plan) is een must. 'Trust is good, control is better', zei Lenin ooit. Michel Foucault zou spreken van een controlemaatschappij: voortdurende controle (in de vorm van permanente evaluatie). Deze voortdurende controle wordt bovendien hier nog eens aangewend om 'slechte' leerkrachten vlugger te kunnen ontslaan, wat ook wel eens een vermomde besparingsmaatregel zou kunnen zijn.
3. Leerplicht vanaf 3 jaar
Verplicht kleuteronderwijs lijkt mij niet altijd een goede zaak. Ik denk dat dit sterk van het kind afhangt: het ene kind is op drie jaar al 'rijp' voor de kleuterschool, het andere heeft nog veel meer de rust en stilte van de thuisomgeving nodig. Ik denk dat we geen problemen gaan oplossen door een iedereen-gelijk-voor-de-wet-aanpak.
4. Nederlands is de basis: meer lesuren Nederlands
Op zich heb ik niets tegen meer lesuren Nederlands. Ook taalbadklassen kunnen vast geen kwaad. Maar het hangt er maar vanaf hoe je die extra uren invult. Als het van de Open Vld aanhangt, zijn vooral ook 'grammatica, zinsontleding en begrijpend lezen' belangrijk. Hoewel dit waar is, ben ik sceptisch over het versterken van grammatica- en zinsontledingslessen, los van de praktijk van het zelf schrijven.
Denken dat je door zinsontleding beter Nederlands leert, is volgens mij een beetje zoals denken dat je een vreemde taal kan leren door een woordenboek uit je hoofd te leren: je zal inderdaad alle woorden kennen, maar dat betekent nog niet dat je ze vlot en creatief kan aanwenden. Ik pleit ook voor meer Nederlandse lessen, maar dan wel lessen die véél meer inzetten op zélf creatief schrijven (van een gedicht, of een verhaal, of een blogartikel...) dan wat huidig het geval is. Ook het bestuderen van literaire stromingen mag mijns inziens wat meer aandacht krijgen. En liefst op een manier die aansluit bij de jongeren, bijvoorbeeld door te kijken hoe de lectuur die zij zelf leuk vinden beïnvloed werd door de Romantiek of de Renaissanceliteratuur.
5. Meertaligheid als troef
Dit is volgens mij het sterkste punt uit het plan. Immersieonderwijs is een geweldig idee en lijkt mij met name voor Frans aangewezen, omdat dit een taal is die we in Vlaanderen in ons dagelijks leven anders maar zeer weinig tegenkomen.
6. Centraal eindexamen (aan het einde van het secundair onderwijs) als maatstaf
Een centraal eindexamen lijkt mij in de huidige 'puntencultuur' een verschrikking. In een systeem waarin de meeste scholieren - bezeten door overlevingsdrang en faalangst - zich blindstaren op het willen slagen voor examens, lijkt een centraal eindexamen me het laatste waar studenten op zitten te wachten.
7. Meer vrijheid voor scholen
Hier heb ik niet veel over te zeggen, omdat onderwijskoepels en -netten hoegenaamd mijn specialisatie niet zijn. De bijsturing van het M-decreet die hieronder valt mag dan op het eerste zicht goed zijn, het verandert niets aan het onderliggende probleem van een gebrek aan middelen.
8. Leren falen en beter lesmateriaal
Leren falen. U leest het goed, dames en heren, mevrouw Rutten wil dat wij met z'n allen leren falen! Het is niet alsof leerlingen al genoeg met de neus gedrukt worden op die één of twee iets mindere cijfers op hun juni-examen, terwijl de rest van hun uitstekende cijfers genegeerd worden. Neen, wij moeten 'leren dat niet alles lukt, dat we uit fouten kunnen leren, opstaan en weer verder gaan.'
Op zich is dat misschien een nobele ambitie, ware het niet dat examencijfers een verschrikkelijk medium zijn om 'uit fouten te leren, opstaan en weer verder te gaan'. In de praktijk zorgen slechte examencijfers er niet voor dat leerlingen 'uit hun fouten leren', maar vooral (1) een deuk in hun zelfbeeld krijgen, (2) van opleiding veranderen (meestal naar een '''lagere''' opleiding in het TSO of BSO) en (3) in het ergste geval een jaar opnieuw doen. Ook schrijft Vld: 'Door te veel te pamperen en consequent prestaties en falen uit te wissen, helpen we kinderen geen stap verder.' Maar waar halen ze dit toch vandaan? In welke school wordt falen in godsnaam uitgewist? Alle scholen zetten het op het rapport. Als je dan toch wilt leren aan kinderen dat ze niet alles kunnen (lijkt me toch wel evident), doe dat dan via schriftelijke evaluatie, maar meer daarover iets verder.
Daarnaast wil Open Vld 'de kwaliteit van het lesmateriaal veel beter dan het vandaag is. We stappen af van te veel invulboeken en leggen opnieuw de nadruk op schrijven en begrijpend lezen.' Dit juich ik wel toe (niets zo hersendodend als een invuloefening, laten we eerlijk zijn), maar ik zou leerkrachten nog meer aanmoedigen om - zoals in mijn school het geval was - zélf hun lesmateriaal te maken. Zo kennen ze het niet alleen beter, je geeft leerkrachten ook het gevoel dat ze zélf voor hun werk verantwoordelijk zijn. Want uiteindelijk is de leerkracht, en niet het lesmateriaal bepalend voor zowel de motivatie als de prestaties van leerlingen.
9. Digitale tijd, digitale kennis: o.a. leren programmeren in het basisonderwijs
In een wereld waar we allemaal al smartphoneverslaafd zijn, en ganse dagen, continu worden geconfronteerd met IT-technologie vind ik het zachtst gezegd vreemd dat méér IT-instructie binnen school een prioriteit zou zijn. Bizar genoeg schrijft Vld onder dit punt ook: 'In een samenleving waar robots en Artificial Intelligence heel wat taken van mensen overnemen, worden typisch menselijke vaardigheden opnieuw belangrijk. De ‘humanoria’, zeg maar gerust menswording, wint opnieuw aan belang met een focus op taal, literatuur en creativiteit.' Ik ga volledig akkoord, maar waarom pleit Vld dan voor programmeren in het basisonderwijs? Merkwaardig.
10. Levensbeschouwing als keuzevak
Dit is geen slecht voorstel. Zelf vond ik godsdienst een fantastisch leuk vak, maar ik herinner me ook hoe veel mensen in die les totaal niet zaten op te letten en het totaal niet interessant vonden (wat overigens hun volste recht is). Dan is het inderdaad beter om er een keuzevak van te maken. Wel moet het zeker in de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs op z'n minst verplicht zijn, en wie er dan genoeg van heeft, kan stoppen in de derde graad.
11. Duaal leren aanmoedigen
Duaal leren betekent dat je deeltijds bv. in een bedrijf werkt, terwijl je nog steeds leerplichtig (tot je 18de) bent. Open Vld ziet hierin dé oplossing voor leerlingen met schoolmoeheid die graag eens iets anders willen doen dan op school lessen volgen. Volgens mij is dit een vals dilemma. Men gaat er hier vanuit dat je ófwel graag naar school gaat, ófwel liever zou gaan werken. Maar dit is kortzichtig.
In plaats van tieners met schoolmoeheid aan de arbeidsmarkt uit te leveren, zou ik voor meer verschillende, alternatieve onderwijsvormen pleiten. Een jongere die de klassieke, schoolse lessen niet leuk vindt zal het niet per se meer naar zijn zin hebben in een bedrijf, maar wel bijvoorbeeld in een freinetschool.
12. De lat omhoog, de drempel laag
Daar is hij weer, die fameuze lat. Met 'de drempel laag' bedoelt Vld dat scholen meer moeten inzetten op naschoolse activiteiten en samenwerking met externe organisaties - wat goed is en al gebeurt. Maar die lat die omhoog moet... daarmee zijn we weer aanbeland bij mijn stelling aan het begin van het artikel: er wordt veel moord en brand geroepen over de zogenaamde daling van de onderwijskwaliteit. Ik heb al aangegeven dat de daling misschien zelfs niet zo erg is als wordt gevreesd.
Maar zelfs als het wél allemaal zo erg is, kun je je afvragen of de recepten van Duyck en consoorten ons de oplossing zullen bieden. Want wat zij ons bieden is regelrecht reactionair, en ze geven het nog toe ook. Maar natuurlijk met een neuropsychologisch sausje erover, want dat verkoopt veel beter. Of in Duycks bewoordingen: 'Het spijt me: de maatschappij is veranderd, maar de manier waarop ons brein werkt niet. Klassieke leermethoden werken dus ook nog altijd.' Zijn dit dan de enige methoden om de kwaliteit te verbeteren?
Gelukkig komt er ook tegengeluid.
Ik kijk enorm op naar mensen zoals Johan Xhonneux, de nieuwe voorzitter van de Vlaamse Scholierenkoepel. Ik raad iedereen aan om dit artikel uit De Morgen te lezen, met hem aan het woord.
We hebben nood aan een radicale, 21ste eeuwse radicale herdenking van wat onderwijs is en waartoe het dient. We dienen voorbij kleine onderwijshervormingen binnen de kleine krijtlijntjes te kijken, en durven radicaal nieuwe onderwijsvormen te proberen. Het klassieke systeem met vakken, één leerkracht vooraan, vaste lesuren, examens, huiswerk, punten, enz. stamt uit de negentiende eeuw en is dringend aan vernieuwing toe.
Daarom sluit ik dit artikel graag af met mijn hier verzonnen 'vierpuntenplan' voor een nieuw soort onderwijs. Het vierpuntenplan van Maxim zeg maar.
1. Punten afschaffen
Als ik dit artikel 'Twaalfpuntenplan onderwijs van Open Vld krijgt van mij een 3/12' had genoemd, zonder verdere duiding, zou je er niet veel uit opsteken. Punten, of ze nu op examens, toetsen, of taken zijn, zijn een verouderde en erg weinig zeggende manier om de vorderingen van een leerling weer te geven. Of zoals Xhonneux het zegt: 'Een vijf op tien op een toets duidt niet aan welke evolutie een leerling heeft gemaakt.'
Bovendien zorgen punten voor heel wat stress en faalangst bij leerlingen. Voor al te veel scholieren is het schoolleven geen proces van verwondering en bijleren, maar van overleven: continue het ene cijfer na het andere nahollen, zo hoog mogelijk, en al zeker niet onder de vermaledijde 50% komen. Het huidige systeem produceert meer angstige 'puntenjagers' dan de kritische en gelukkige burgers die ze wil zien.
Wat kan er dan in de plaats komen? Individuele, woordelijke feedback lijkt mij het gewezen antwoord. Niet alleen kun je hiermee veel genuanceerder zijn, leerlingen appreciëren het ook meer. Nu hoor ik sommigen al denken: hoe kan een leerkracht daar tijd voor hebben? Duyck: 'Een leraar geschiedenis heeft na een examen geen tijd om een uur met een student na te praten.' Maar een uur gesprek of tien bladzijden feedback per werk is echt niet nodig. Een paar zinnen volstaat, en dat moet haalbaar zijn.
2. Examens, toetsen en huiswerk afschaffen
Examens moeten weg. Ze zijn erg tijdrovend en zorgen bij de meeste studenten voor buitengewoon veel stress. Ze zijn een tweede controlemechanisme - naast punten - die volgens mij de intrinsieke motivatie van gezonde, nieuwsgierige leerlingen doet smelten als sneeuw onder de zomerzon.
Al te vaak leven leerlingen van toets naar toets en van examenperiode naar examenperiode. Ik hoorde het wel vaker: 'al die zinloze kennis die we moeten blokken en dan uitspuwen op het examen, om ze dan na het examen voorgoed te vergeten'. Deze studentikoze verzuchting duidt volgens mij op een dieper probleem met de manier waarop wij aan onderwijs doen. Maar ook huiswerk is vooral tijdrovend en slecht voor motivatie dan dat mensen er écht iets uit bijleren.
Hoe moeten studenten dan wél geëvalueerd worden? Ik geef hier geen pasklaar antwoord, ik ben dan ook geen expert. Maar ik heb wel een sterk vermoeden dat er een betere manier moet bestaan om leervorderingen bij te houden. Misschien kunnen we wel nog geregeld toetsen doen, die verbeterd worden, maar waar geen punten aan toegekend worden. Nu denken sommigen vast: dat zou toch nooit werken? Er is toch geen enkele leerling die nog toetsen zal willen invullen?
En misschien dat dit voor de leerlingen die het oude systeem gekend hebben in het begin even het geval. Maar ik vermoed dat men geleidelijk aan zou wennen aan een vorm van evaluatie die écht alleen gaat over wat je kan en wat niet, en niet over hoe goed je bent in het snel inprenten van hoeveelheden informatie, waar niet over nagedacht wordt, geen belang aan gehecht wordt, en die uiteindelijk na het examen in de vergeetput belanden.
3. Meer diversiteit in het onderwijslandschap
Momenteel kunnen ouders in België en de meeste andere westerse landen in de regel slechts kiezen voor één soort onderwijs: het traditioneel onderwijs. Daaronder versta ik: een vast uurrooster, schoolvakken, toetsen, huiswerk, examens, één leerkracht voor een groep van 20-30 jongeren.
Voor bepaalde leerlingen, vooral zij die meer aan structuur en controle nood hebben, is dit ongetwijfeld de best mogelijke onderwijsvorm. Maar denken dat déze onderwijsvorm voor álle leerlingen ideaal is, is al even naïef als denken dat álle leerlingen dezelfde studierichting even graag zouden doen.
Daarom moet méér ingezet worden op wat men nu 'methodescholen' noemt: zij moeten véél meer een plaats in het onderwijslandschap krijgen. Ook moet men er werk van maken om deze scholen ook toegankelijk te krijgen voor kinderen die niet uit de witte, hogere middenklasse komen. Tenslotte zou men meer geld moeten vrijmaken voor experimenten in nieuwe soorten pedagogie, naast het huidige aanbod van o.a. freinet- en steinerscholen.
4. Verplicht vak filosofie in álle opleidingen
Net zoals geschiedenis, godsdienst en wiskunde, moet filosofie een vak worden dat in zoveel mogelijk, zoniet álle opleidingen in het secundair onderwijs én het hoger onderwijs minstens één uur per week (of 3 studiepunten in het hoger onderwijs) aangeboden wordt. Waarom is dit zo belangrijk?
Terecht noemt men de filosofie 'de moeder van alle wetenschappen'. Door de theorieën van klassieke en hedendaagse filosofen te bestuderen, alsook door na te denken over ethische en maatschappelijke thema's, wordt het kritisch denken van studenten aangescherpt. Dit geldt even hard voor de student psychologie als zijn collega bij de faculteit economie, of bijvoorbeeld voor een jongere in zijn 5e middelbaar TSO Elektromechanica. Wie filosofie bestudeerd heeft, staat bewuster in het leven en denkt meer na over ethiek, de samenleving, en hoe hij zijn leven zinvol kan inrichten.
Momenteel wordt filosofie enkel onderwezen als onderdeel van het vak cultuurwetenschappen (in humane wetenschappen), soms eens als voetnoot in de geschiedenis- of godsdienstles, en in het hoger onderwijs meestal enkel in de opleidingen in de sociale wetenschappen. Dit moet veranderen.
Conclusie
Waarom viseer ik nu in het bijzonder een onderwijsplan van Open Vld, een partij die niet eens zó veel stemmen behaalt (14% in de Vlaamse verkiezingen van 2014 en in de recentste peiling). Hoewel ik niet op Vld zou stemmen, is er een reden dat ik dit plan heb gekozen. Pogingen om het onderwijs te verbeteren zoals het twaalfpuntenplan hierboven zijn volgens mij een vorm van tunnelvisie. Ik heb het gevoel dat men continu kleine hervormingen probeert die niets doen aan de steeds terugkerende kwalen van ons onderwijs: schoolmoeheid, lage motivatie, het watervalsysteem, ...
Ruim tijd dus voor een nieuw soort onderwijs. Een écht 21ste eeuws onderwijs.