'Dat ik Filip Dewinter wél interview, en Paul Verhaeghe niet, krijg ik zelfs aan veel collega’s niet uitgelegd', zo kopte Joël De Ceulaer zijn column van 22 december 2018. Het moet gezegd, een titel heeft al een heus clickbait-gehalte nodig vooraleer het aandacht krijgt en dus is De Ceulaers keuze goed begrijpelijk. En inderdaad wilde ik wel eens weten waarom een senior writer bij een kwaliteitskrant liever een radicaalrechtse politicus interviewt dan Paul Verhaeghe, een 'aimabele professor aan de UGent' in De Ceulaers eigen woorden. Persoonlijk ben ik een groot liefhebber van Verhaeghe en zijn interessante boeken. Ik kijk alvast volop uit naar zijn recent uitgekomen boek 'Intimiteit', dat ik in de bibliotheek heb besteld. (Op het moment dat ik dit schrijf, is het in bijna élke West-Vlaamse bibliotheek - eentje uitgezonderd - uitgeleend!)
Gelukkig heeft het alleszins niets met ideologie te maken: De Ceulaer schrijft dat hij Dewinters ideeën met 'volle kracht' verwerpt. Voor hij de échte reden vermeldt, maakt hij een soort onderscheid tussen het 'democratisch debat' en het 'wetenschappelijk debat'. Hij verklaart dit nader: 'de wetenschap is een methode om aan waarheidsvinding te doen, de democratie is een methode om de samenleving te organiseren.' Eerder schrijft hij terecht: 'Als het over democratische keuzes gaat, bestaat De Waarheid niet'. Maar toch vind ik zijn onderscheid tussen wetenschap en democratie (politiek) nogal eng. Alsof wetenschappers nooit iets zeggen over hoe de samenleving bestuurd moet worden (doen ze wel) en alsof wetenschap geen invloed heeft op (soms foute) politieke beslissingen.
Ondanks het feit dat Verhaeghes boeken eigenlijk sterk politiek getint zijn, zet De Ceulaer hem in het hoekje van het 'wetenschappelijke debat'. Omdat het in de wetenschap wél draait om 'waarheidsvinding', moeten we in de wetenschap minder de afwijkende meningen toe laten.
In de laatste twee alinea's komen we eindelijk De Ceulaers grote reden te weten: het is volgens hem allemaal omdat Paul Verhaeghe psychoanalyticus is, daar komt het op neer. Hij vergelijkt hem zonder poes of pas met mensen die in een platte aarde, homeopathische middelen of in klimaatontkenning geloven. Nog specifieker draait het volgens De Ceulaer om het feit dat Verhaeghe zou geloven dat mensen jarenlang seksuele trauma's kunnen onderdrukken, totdat de therapeut ze weer naar boven haalt.
Of Verhaeghe nu echt in deze verouderde opvatting over verdringing gelooft, kan ik je niet eens zeggen. Wat ik wel kan zeggen is dat het een flauwe reden zou zijn om niet naar iemands mening te luisteren. Wanneer Maarten Boudry bijvoorbeeld schrijft: 'Het concept cultureel racisme moet zowat de meest onzinnige miskleun zijn die de academische wereld ooit heeft voortgebracht. Het is een oxymoron, een contradictio in terminis.' Dan vind ik dit natuurlijk rechtse kletskoek. Maar dat neemt niet weg dat ik zijn boek over pseudowetenschap ongelooflijk geestig en goed geschreven vind. En het is niet omdat Carl Sagans voorspelling dat de oliebranden in Koeweit van 1991 voor een zomerloos jaar zouden zorgen niet klopte, dat hij daarom geen geniale auteur en wetenschapsspreker was. En zelfs Plato geloofde in een aantal bizarre ideeën, zoals dat de baarmoeder van een vrouw vrij rondwaart in haar lichaam.
Het punt is dat je iemand niet volledig moet afschrijven, gewoon omdat je het op één punt oneens bent. Dat is zo logisch dat ik het aan een man van het verstand zoals Joël De Ceular niet zou moeten uitleggen. Het siert hem wel dat hij aan het einde van zijn column schrijft: 'wees het gerust met mij oneens. Journalistiek is ook geen wetenschap.'