Het menselijk samenleven is een hachelijke onderneming. Wanneer we krant openslaan dan schreeuwen de koppen ons dit toe met veel zin voor sensatie. [...] Meer dan ooit worden we ermee geconfronteerd, iedere dag, via allerlei media, de televisie, de krant, enz... [...] Zowel individuen als groepen [...] dreigen elkaar te vernietigen en doen dit ook.
Met deze woorden opende Frank Naert in 1987 zijn eindwerk over het denken van René Girard (Naert 1987). Ruim dertig jaar later lijkt er weinig veranderd te zijn. Op zich is dit niet zo verbazend. Geweld zit toch in de aard van de mens? We kunnen er toch niet om heen? Girard (foto, linksboven) toont ons dat de dingen evenwel niet zo simpel zijn. Ik bespreek zijn denken aan de hand van een fantastisch eindwerk door Frank Naert, aangevuld door internetbronnen.
Partnergeweld, verbaal geweld, fysiek geweld, oorlogsgeweld, structureel geweld, er zijn er zo veel, te veel vormen van. We worden er indirect, en hopelijk al niet te direct mee geconfronteerd. Vandaar dat het nuttig kan zijn om over geweld na te denken om het te begrijpen en misschien zelfs onder de controle te krijgen. Eén filosoof die ons hierbij kan helpen is René Girard. De centrale stelling van z'n denken is even simpel als verregaand in haar implicaties.
Wat is mimetische begeerte?
In feite wéten wij niét wat wij echt zelf willen, ook al denken we dat dit niet zo is. Wij willen zélf die auto, zélf, die opleiding, zélf die droombaan, die geliefde, die saus op onze frietjes. In werkelijkheid ligt de situatie anders: mensen bootsen continu de begeertes van anderen na. Aristoteles wist het al: "De mens verschilt slechts van de dieren in het feit dat hij tot imitatie in staat is". (Girard in Naert 2017). Meer zelfs, volgens Girard is nabootsing (mimesis) de oorsprong van zowat elke menselijke begeerte. Toch denken wij in het alledaagse leven dat onze wil authentiek is, en los staat van anderen. Girard noemde deze denkfout de 'romantische leugen'. (Girard Studiekring [G.S.] z.d.).
We stellen dit gedrag makkelijk vast bij jonge kinderen. Vaak willen ze net dát autootje of dié pop waar de een ánder kind mee bezig is. Niet het speelgoed op zich, maar het feit dat een ander kind dat speelgoed wil hebben, maakt voor de andere kinderen toch zo aantrekkelijk. Als volwassenen denken we al beter te weten, maar niets is minder waar: we blijven gewoon voort mimetisch begeren.
Dus het is gewoon elkaar na-apen?
Je kunt het enigszins vergelijken met het sociaal leren: door anderen te observeren en te imiteren leren wij nieuwe gedragingen aan. Bekend is in dit verband het Bobo-doll experiment van Albert Bandura (Bandura, Ross & Ross 1963). Hierin werden aan een aantal kinderen een opname getoond van een volwassene die agressief gedrag stelde tegenover een soort clownpop. Nadien werden de kinderen alleen gelaten met de pop en nog ander speelgoed. Men had hen niet gezegd wat ze moeten. Toch bleek dat ze spontaan vlug geneigd waren het agressieve gedrag van de volwassene, het model, na te bootsen. Met het woord 'model' zijn we direct aanbeland bij een kernbegrip van de mimetische theorie: wij staan allen model voor elkaar en we nemen de begeertes over van bepaalde modellen.
Gewelddadige mimesis?
Wat is nu het verband tussen mimesis en geweld? Welnu, hier ligt het cruciale verschil tussen het sociaal leren en de mimetische begeerte. In de theorie van het sociaal leren is de imitatie tussen mensen volledig onschuldig. Je zou kunnen stellen dat in 9 van de 10 gevallen, mimesis inderdaad niet tot geweld of strijd leidt. Dit is niet alleen het geval voor triviale zaken, zoals muziekvoorkeur of eten, maar ook nobele zaken: de Girard Studiekring noemt dit culturele overdracht. Onderwijs, filosofie, zich inzetten voor een goed doel, ... zijn ook dingen die mimetisch (want geïmiteerd van anderen) zijn, maar ze zijn juist goed in aard.
Problematisch wordt het pas wanneer de bedoeling wordt elkaar te overtreffen. Dan is er sprake van rivaliteit. We willen de begeerde het object ontnemen, want het is niet deelbaar (G.S. z.d.). Denk bijvoorbeeld aan (licht clichématige) voorbeeld van de driehoeksverhouding: twee mensen begeren dezelfde partner, maar die partner is slechts voor één van de twee beschikbaar, er ontstaat dus rivaliteit tussen de twee. Of meerdere mensen die allen één bepaalde job willen hebben. Er ontstaat een bittere concurrentie tussen de vele sollicitanten, die even hard dezelfde baan begeren.
Lang, lang geleden...
Girards theorie gaat echter nog verder. Volgens hem is het mimetisch begeren de oorsprong van alle menselijke cultuur en religie. Het lijkt waarschijnlijk dat de allereerste menselijke culturen - het beeld van de nobele wilde ten spijt - nogal gewelddadig waren. We zien bijvoorbeeld in statistieken van de psycholoog Steven Pinker dat er in zogenaamde 'primitieve' (d.w.z niet-moderne) culturen veel meer oorlogsdoden vallen dan in de (post)moderne West-Europa en V.S.
De ontdekking van prehistorische massagraven is in dit opzicht eveneens sprekend. (Mizaron Lahn in Cari 2016). Volgens Girard komt dit omdat de mens in zijn primitieve staat continu verwikkeld was in een strijd van allen tegen allen: er was mateloze begeerte, iedereen wilde wat de ander wilde, en dit leidde tot gewelddadige strijd. Echter, na verloop van enkele eeuwen leerden de eerste culturen het gewelddadig mechanisme van de begeerte onder de controle te krijgen.
Het geweld binnen de groep werd naar buiten gericht tot een bepaalde zondebok. Deze zondebok (in de vorm van een dierlijk of mensenoffer) werd vernietigd, waardoor de rust en vrede in de groep terugkeerde. "We gaan ons eigen geweld dus offeren. We plaatsen het buiten onze gemeenschap op een uiteindelijk willekeurig gekozen zondebok", schrijft Naert. Deze zondebok is zodanig belangrijk dat Girard stelde dat het de eigenlijke reden is waarom mensen dieren gedomesticeerd hebben (Achterhuis 2010). Dit verklaart volgens mij ook waarom het offer in bijna alle culturen onafhankelijk ontstaan is. Eeuwenlang slaagde het zondebokmechanisme erin het geweld onder de controle te houden. Tegenwoordig blijft het eveneens werkzaam, hetzij op een meer sluipende manier: denk bv. aan de 'migrantenkaravaan' uit Centraal-Amerika, die onlangs in Tijuana zowel door de lokale Mexicaanse bevolking als door de Amerikaanse grenswacht vijandig onthaald werd.
Twee voorwaarden
Volgens Girard zijn er twee noodzakelijke voorwaarden tot het ontstaan van mimetisch geweld. (Girard in Naert 1987). Ten eerste moet de groep unaniem zijn: de gehéle gemeenschap neemt deel aan het gewelddadig optreden. Hierin versterken ze elkaar in het idee dat de veroordeelde zondebok slecht is. Ten tweede moet er sprake zijn van miskenning. Naert schrijft: "We merken wel dat de ander schuldig is, maar niet dat ook wij schuldig zijn aan het geweld." De groep en het individu moeten dus weigeren hun aandeel in het geweld te erkennen.
Op naar de vrede: weg met de begeerte?
We hebben in de afgelopen alinea's een kort overzicht geschetst van het gedachtegoed van Girard. Wat wij willen is door anderen (modellen) bepaald, nagebootst dus. Dit kan leiden tot rivaliteit en uiteindelijk vaak geweld. Dit geweld wordt in toom gehouden door het (eigenlijk misleidende) zondebokmechanisme.
De grote vraag die hierbij rijst is uiteraard: hoe kunnen we nu aan het geweld ontkomen? Hoe kunnen we het onder de controle houden? Het eindwerk van Frank Naert dat ik hier citeer werd ingediend voor de faculteit theologie en religiewetenschappen aan de KULeuven. Vandaar dat er een groot deel van de tekst gewijd is aan hoe het christendom, met name de evangeliën, het zondebokmechanisme blootleggen en ontkrachtten.
Misschien is het omdat ik er niet zo veel over weet, maar ik vind dit ook het moeilijkste deel van de tekst om te volgen. Girard vond dat we door navolging van Jezus het geweld kunnen vermijden. Dit was volgens hen omdat Jezus het zondebokmechanisme openbaar maakt. Bovendien zou Jezus vrij van elke begeerte zijn en zou er geen conflict meer kunnen ontstaan als we zijn voorbeeld navolgen (imitatio Christi).
Het spreekt voor zich dat dit als 'oplossing' tegen het geweld weinig steek houdt. Ik sluit mij wat dit betreft aan bij de visie van Hans Achterhuis. Godsdienstoorlogen even buiten beschouwing gelaten, biedt de Bijbel zelf tegenstrijdige Jezusbeelden. Jezus zou gezegd hebben: "ik wil liever barmhartigheid dan offers" (Mt 9:13), maar eveneens: "Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard." (Mt 10:34). En dat in hetzelfde Bijbelboek nog. Hiermee staan we dus niet zo veel verder.
Maar wat dan wel?
Hier verlaat ik de filosofie van Girard en geef ik eerder mijn 'persoonlijke' visie. Volgens mij is het antwoord klaar en duidelijk: zelfkennis! We moeten inzicht hebben in het feit dat we mimetisch begeren. Ook ik doe dat: er zijn heus nog andere interessante 20ste-eeuwse filosofen, maar toch koos ik net voor Girard. Niet toevallig omdat Girard een belangrijk figuur was voor Frank Naert, een van mijn favoriete leerkrachten uit het secundair onderwijs, medeverantwoordelijk voor inspirerende vieringen en bezinningen. Frank Naert introduceerde me ook tot het idee van het basisinkomen. In zekere zin begeer ik dus ook mimetisch. Maar uiteraard niet gewelddadig.
Naast het feit dat we beseffen dat we al mimetisch begeren, moeten we ook ons eigen aandeel in het geweld erkennen. We moeten onszelf medeverantwoordelijk zien voor geweld en conflict. We moeten dus de donkere zijde van onze persoonlijkheid zeer goed kennen. Dit is een boodschap die ik in zowat alle filosofieën en religies tegenkom, en ik geloof er ook sterk in. Inderdaad, uiteindelijk zou het toch helpen als we de andere wang wat meer aanboden. Dan zou er minder geweld zijn.
Bronnen
- Naert, F. (1987). Als iedereen de andere wang zou aanbieden ... : Mimesis en Navolging, geweld en niet-geweld in het werk van René Girard (Dissertatie).
- Girard Studiekring. (z.d.). Mimetische Theorie. Geraadpleegd op 10 december 2018, van http://www.girard.nl/index.php/mimetische-theorie
- Romm, C. (2016, 20 januari). A Prehistoric Mass Grave Suggests Hunter-Gatherers Weren’t So Peaceful. Geraadpleegd op 10 december 2018, van https://www.theatlantic.com/science/archive/2016/01/a-prehistoric-mass-grave-and-the-origins-of-war/424839/
- Bandura, A.; Ross, D.; Ross, S. A. (1961). "Transmission of aggression through the imitation of aggressive models". Journal of Abnormal and Social Psychology. 63 (3): 575–582. doi:10.1037/h0045925. PMID 13864605.
- Achterhuis, H. J. (2010). Met alle geweld : een filosofische zoektocht. 2e druk Rotterdam: Lemniscaat.